Ontwapenend

In de huiskamer zitten twee bewoners koffie te drinken, zij babbelen wat met de verzorgende. Er lopen mensen in en uit, want de deuren staan altijd open voor iedereen. Aan het kleine tafeltje bij het raam zit mevrouw de Laar met haar rug naar alles toe. Zij heeft een speciaal op haar aangepaste rolstoel nodig en komt er alleen voor haar nachtrust uit. Hennie lijkt vaak overdag ook te slapen, maar heeft als ervaren kroegbaas op haar manier nog steeds goede voelsprieten voor elk verdacht geluid. Deze gevoeligheid, samen met haar dementie, leiden nog wel eens tot uitingen die de omstanders vaak niet kunnen plaatsen.

Subtiel laat ik mijn stem al van ver horen om haar niet te laten schrikken en kies zo’n route uit dat zij mij zou kunnen zien aansloffen. Haar tafeltje heb ik nog niet eens bereikt of Hennie roept hard: “Hé!” En herhaalt dat nog eens, alsof zij het naderend onheil wil ontmaskeren. Door haar ‘vraag’ kan ik mijzelf meteen verantwoorden en ik roep blij gestemd: “Ik ben het.”  Hennie geeft mij een soort gerustgesteld ‘oh’ terug en ontspant. Het lijkt mij dat ik nu naast haar kan gaan zitten. Ik neem haar tempo van ademen een tijdje over en op elke uitademing leg ik mijn arm steeds een beetje dichter bij die van haar.

De aanraking die ik liefdevol inzet voor ons contact, wordt direct beantwoord. Hennie geeft mij een tik en knijpt mij daarna venijnig in mijn hand. Ik voel het wel degelijk, maar realiseer mij dat het een afweerreactie is en adem rustig door. “Je knijpt mij Hennie” zeg ik als constatering. “Oh ja?” reageert ze terug. Als ik er ook nog een compliment van maak dat zij dat heel goed kan, gaat de wind meteen weer anders waaien. Hennie ziet mijn glimlach, neemt het compliment in ontvangst en daarna kijkt zij mij aan met een hele lieve, bijna charmante blik in haar ogen. Na een langzame en diepe zucht vallen haar ogen weer dicht.

Onderzoekend en nieuwsgierig onderga ik nog een paar van zulke momenten. Het ontstaat niet alleen door een aanraking, merk ik, maar ook door diverse geluiden die Hennie achter zich hoort. In mij fluistert een stemmetje dat ik haar ook gewoon met rust kan laten. Maar ik zie het vandaag als een mogelijkheid voor Hennie om deze primaire reacties op ‘gevaar’ juist te kunnen uiten. En steeds ‘ontwapen’ ik haar met een rustige houding, lieve woorden en een grote glimlach. Het werkt. Iets wat zij in het verleden ongetwijfeld ook zelf erg goed kon inzetten.

Gerelateerde berichten